“In het landschap komt alles samen. Daar zie je de mooie Hollandse luchten, ruik je de geur van vlierbloesem, fluitenkruid en vers gemaaid gras. Een boer is aan het werk en je toekomstige maaltijd groeit. Aan de slootkant zie je de koekoeksbloem, je hoort de kikkers kwaken en in de zomer zie je de veldleeuwerik stijgen en hoor je hem tierelieren. Je kunt er fietsen, wandelen, stilstaan of in het gras liggen. Je kunt de storm voelen, en de striemende regen – je één voelen met de elementen.” (Berno Strootman, 2020)
Een landschap waarin alles samenkomt
Berno Strootman schrijft in zijn essay ‘Landschap is alles’ inspirerend over de schoonheid van het Nederlandse landschap, over de kwetsbaarheid en bedreigingen en over de noodzaak om zorg en aandacht te geven om kwaliteit te behouden en te versterken. Investeren in landschap loont, want een kwalitatief hoogwaardig landschap is belangrijk voor het welbevinden van heel veel Nederlanders.
De IJsselvallei is voor mij zo’n landschap waar alles samenkomt. De rivier in de vallei met grote variatie: hoge stuwwallen, zandlandschappen met essen en beken, polderlandschappen met weteringen en dijken, landgoederenzones, bossen en natuurgebieden, agrarisch cultuurlandschap, steden en dorpen. Een schijnbaar natuurlijk landschap waar de variatie voor een groot deel gemaakt is door onze voorouders.
Veranderingen in het landschap
Uit onderzoek blijkt steeds weer dat Nederlanders het landschap heel belangrijk vinden. Toch gaat de kwaliteit van het landschap fors achteruit en komt het nauwelijks voor in verkiezingsprogramma’s. Waarschijnlijk omdat het landschap er ‘gewoon’ is en de achteruitgang traag gaat door duizenden kleine beslissingen: het kappen van een houtwal, het opruimen van een bosje, het recht trekken van een sloot, het slopen van een karakteristiek gebouw, etc.
Dat het landschap belangrijk is blijkt ook steeds weer uit de, vaak emotionele, bezwaren tegen ingrepen. Dat speelt in de jaren ’80 bij de rivierdijkversterkingen. Dat speelt nu bij de energietransitie, bijvoorbeeld bij het plaatsen van windmolens.
Volgens filosoof Martha Nussbaum zijn emoties evaluatieve oordelen over iets waar we sterk aan hechten, maar waar we geen controle over hebben; dat wat je overkomt. Veel mensen hechten sterk aan hun landschap, maar over veel van de veranderingen hebben we geen controle. Tegelijkertijd begrijpen we goed dat een energietransitie nodig is.
Betrokkenheid bij het landschap
Hoewel de IJsselvallei landschappelijk gezien een eenheid vormt, is dat bestuurlijk niet bepaald het geval: de IJssel is van oudsher eerder een rivier van grenzen. In de IJsselvallei zijn maar liefst 16 gemeenten, 3 waterschappen, 2 provincies, 4 regio’s en het rijk aan zet en maakt ze deel uit van 4 RES-sen (Regionale Energie Strategie gebieden). Daarnaast zijn er partijen als Staatsbosbeheer, LTO en nog veel andere die actief bezig zijn met ruimtelijke ontwikkelingen.
Bij een goede aanpak gaat het om echte betrokkenheid van bewoners. Niet alleen met ‘inspraak’, want dan ligt er een plan op tafel en kun je alleen nog voor of tegen zijn. Nee, vanaf het allereerste idee tot en met de realisatie moeten we werken aan nieuw eigenaarschap van de opgaven.
Hoe kunnen we nieuwe vormen van betrokkenheid, nieuw eigenaarschap, organiseren? Een burgerforum?
Ik weet dat niet, maar daar moeten we het eens goed over hebben.
Henk Hengeveld is voorzitter van de Stichting IJsselbiënnale en coördineert alle programmaonderdelen rondom landschap, waaronder het IJsselcongres. Henk Hengeveld is voormalig directeur Landschap Overijssel en voormalig algemeen directeur Tauw.